‘En ’s avonds klonk er pianospel door het open raam.
De kamer was dan verlicht; een heel zacht rose licht.
Ik bleef altijd staan en luisterde, urenlang. Totdat de
muziek eensklaps ophield en het licht uitging. ( Mulisch 1947 )
Ik heb nooit van de mens Mulisch gehouden en kreeg altijd de rillingen als ik hem hoorde praten. Een enorm ego had hij. Alsof hij God in eigen persoon was.
Maar toch…bovenstaande tekst schreef hij in het jaar dat ik geboren ben. Héél ontroerend vind ik deze 4 regels.
En het boek: De aanslag heeft destijds grote indruk op mij gemaakt. Maar ja…dan moest ik wel eerst die enge kop van Mulisch uit mijn hoofd bannen hoor. Anders ging het lezen erg moeilijk.
Er is dus niks mis met jou hoor Annette!!!!! 😉